-
1 Korn
Korn1〈m.; Korn(e)s〉 〈 informeel〉♦voorbeelden:————————Korn2〈o.; Korn(e)s, Körner〉1 〈 geen meervoud〉graan, koren2 (graan)korrel ⇒ graantje, zaadje5 〈 fotografie〉korrel(ing), korrelstructuur♦voorbeelden:¶ 〈 spreekwoord〉 ein blindes Huhn findet auch einmal ein Korn • ±imen kan niet weten hoe een koe een haas vangt/i————————Korn3〈o.; Korn(e)s, Korne〉♦voorbeelden:einen Hasen aufs Korn nehmen • op een haas aanleggen〈informeel; figuurlijk〉 jemanden, etwas aufs Korn nehmen • iemand, iets op de korrel nemen -
2 halten
halten1 stoppen, stilstaan♦voorbeelden:auf einen Hasen halten • op een haas aanleggenauf sich halten • zichzelf respecterenzu jemandem halten • achter iemand staanII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:Frieden halten • de vrede bewareneine Zeitung halten • op een krant geabonneerd zijnwas halten Sie davon? • hoe denkt u daarover?etwas für falsch halten • iets onjuist achtennicht viel von jemandem halten • geen hoge dunk van iemand hebbenwofür halten Sie mich? • wat denkt u wel van mij?er hält es mit den Mädchen • hij is gek op meisjes♦voorbeelden:1 sich aufrecht halten • rechtop lopen, zitten -
3 auf einen Hasen halten
auf einen Hasen halten -
4 einen Hasen aufs Korn nehmen
einen Hasen aufs Korn nehmenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > einen Hasen aufs Korn nehmen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский